De gemeente Zwolle, ProRail en NS werken hard aan het beter bereikbaar maken van het Noorden per trein. Er komen snellere verbindingen in de regio zelf, maar ook naar de Randstad. Zwolle is het op één na grootste spoorknooppunt van Nederland en dus van groot strategisch belang. In 2010 is het project ‘ZwolleSpoort’ van start gegaan om het stationsgebied klaar te maken voor de toekomst. ProRail bouwt voor het nieuwe busperron een busbrug die over de spoorboog reikt. Om dit te realiseren dient de bovenleiding geschikt worden gemaakt. En dat kan nu eenmaal alleen tijdens een treinvrije periode. Daarnaast moeten er meer treinen met een hogere snelheid het station inrijden en verlaten. Ook voor het uitvoeren van deze grote spoorwijziging aan de oostzijde van het station is aanpassing van de bovenleidingen en een buitendienststelling noodzakelijk.
Aan InVra plus is gevraagd om deze buitendienststellingen voor te bereiden en te managen tijdens de uitvoering, om het ontwerpproces van de bovenleidingen te bewaken en om mee te werken aan aanpassingen van de perrons. Toen er geen treinen konden rijden, moesten die reizigers met de bus op hun bestemming komen. Om een indruk te geven, dit vergde dagelijks een extra inzet van 150 tot 180 bussen. Want Zwolle moest wel bereikbaar en bereisbaar blijven.
Op de stations Meppel en ’t Harde zijn doorgaande treinreizigers overgestapt op het treinvervangend busvervoer. Hiervoor zijn tijdelijke busstations gerealiseerd. De tijdelijke voetgangersbrug van station Assen werd opnieuw gebruikt en in Meppel ingezet voor een vlotte route naar het tijdelijke busstation. InVra plus heeft in Meppel en ‘t Harde de uitvoeringsbegeleiding verzorgd van de aanleg van de tijdelijke busstations. Deze tijdelijke voorzieningen blijven vijf jaar staan om toekomstige buitendienststellingen te kunnen blijven opvangen voor ZwolleSpoort.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring krijgt. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons Cookiebeleid.